1. De Vlaamse provincies en hun hoofdsteden
1) Vlaamse provincies aanduiden
Schrijf de naam van de provincie op de juiste plaats.
Let op hoofdletters en op koppeltekens (dat streepje tussen twee woorden, zoals bij West-Vlaanderen).
Gebruik je boek als je de schrijfwijze niet kent.
Schrijf de naam van de provincie op de juiste plaats.
Let op hoofdletters en op koppeltekens (dat streepje tussen twee woorden, zoals bij West-Vlaanderen).
Gebruik je boek als je de schrijfwijze niet kent.
2) Welke Vlaamse provincie?
Over welke provincie gaat het? Klik op het woord dat in het lege vakje moet komen.
Gebruik de kaart in je boek op p. 72
Schrijf de juiste antwoorden in je werkkatern p. 4 oef. 1.
Over welke provincie gaat het? Klik op het woord dat in het lege vakje moet komen.
Gebruik de kaart in je boek op p. 72
Schrijf de juiste antwoorden in je werkkatern p. 4 oef. 1.
3) Provinciehoofdsteden en legende
Kijk naar de legende op p. 78 in je boek.
Is de aangeduide stad een provinciehoofdstad of niet?
Kijk naar de legende op p. 78 in je boek.
Is de aangeduide stad een provinciehoofdstad of niet?
4) Provinciehoofdsteden oefenen
- Maak in je werkkatern p. 4 - 5 oef. 2 en 3.
- Verbeter met de verbetersleutel (vooraan in de klas).
2. De Waalse provincies en hun hoofdsteden
1) Waalse provincies aanduiden
Schrijf de naam van de provincie op de juiste plaats.
Let op hoofdletters en op koppeltekens (dat streepje tussen twee woorden, zoals bij Waals-Brabant).
Gebruik je boek als je de schrijfwijze niet kent.
Schrijf de naam van de provincie op de juiste plaats.
Let op hoofdletters en op koppeltekens (dat streepje tussen twee woorden, zoals bij Waals-Brabant).
Gebruik je boek als je de schrijfwijze niet kent.
2) Welke Waalse provincie?
Over welke provincie gaat het? Klik op het woord dat in het lege vakje moet komen.
Gebruik de kaart in je boek op p. 74
Over welke provincie gaat het? Klik op het woord dat in het lege vakje moet komen.
Gebruik de kaart in je boek op p. 74
3) Waalse provincies en hun hoofdsteden
- Maak in je werkkatern p. 7 - 8 oef. 2
- Verbeter met de verbetersleutel.
3. De Belgische provincies en hun hoofdsteden
1) Maak oefening 1, 2 en 3
Dit zijn de oefeningen die je hiernaast ziet. |
2) Maak oefening 1 en 3
Dit zijn de oefeningen die je hiernaast ziet. |
3) Maak alle oefeningen
4) Werkkatern
- p. 10 oef. 1
- p. 12 oef. 1 en 2
5) Kies niveau 1 (alleen provincies) of niveau 2 (provincies en hoofdsteden).
6) Werkblaadjes op provincies en hoofdsteden (vooraan).
Tijd over?
1) Deze oefeningen helpen je de provincies en hun hoofdsteden nog beter te onthouden. Je mag kiezen welke oefeningen je doet.
Kies voor "zoek de provincie" of "zoek de hoofdstad".
Kies voor één van de oefeningen.
Open dit bestand en maak enkele oefeningen.
|
Kies voor "naam raden" of "plaats aanwijzen".
Maak de oefening.
|
2) Zelf een internetoefening maken.
Opgelet: dit is niet gemakkelijk! Veel succes ;-)
1) Oefeningen met de windroos
Nodig: een e-mailadres. Werk met de kaart op p. 78 - 79 in je boek.
|
2) Oefeningen met het rooster op de kaart
Nodig: een e-mailadres. Werk met de kaart op p. 78 - 79 in je boek.
|